Een spring is een speciale afmeerlijn die gebruikt wordt om een schip op zijn plaats te houden en te voorkomen dat het vooruit of achteruit beweegt terwijl het is afgemeerd. In tegenstelling tot trossen, die meestal worden gebruikt om een schip zijwaarts aan de kade vast te maken, wordt een spring diagonaal geplaatst om beweging langs de lengteas van het schip te beperken.
Er zijn twee soorten springs:
- Voorspring: Deze loopt vanaf de voorkant (boeg) van het schip schuin naar achteren richting de kade. Het voorkomt dat het schip naar achteren beweegt.
- Achter- of achterspring: Deze loopt vanaf de achterkant (hek) van het schip schuin naar voren richting de kade en voorkomt dat het schip naar voren beweegt.
Door het gebruik van springs in combinatie met andere afmeerlijnen zoals trossen, kan een schip stabiel en veilig worden vastgelegd, zelfs in situaties met sterke stroming of wind.
Kortom, een spring is een essentieel hulpmiddel voor het beheersen van de lengtebewegingen van een schip bij het afmeren.